66 verhaaltjes (3 verhaaltjes)

Uit het boek ‘66 istorijos’ van Julius Keleras

Er was eens een hagedis die twee moeders had. Tenminste, dat zeiden ze. En allebei wilden ze hem te eten geven. Dus kreeg hij alles twee keer: het ontbijt, het middageten en het avondeten. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat de hagedis erg dik werd en op geen enkele tekening meer paste.

Op een keer, laat in de herfst, had een tuin niets meer te doen. Al het fruit was geplukt en de mensen werkten niet meer op het land. Hij begon te fantaseren dat hij geen tuin meer was, maar een vliegveld. Vliegtuigen vliegen immers het hele jaar door! En hij begon naar alle vliegtuigen te zwaaien, naar de grote en naar de kleine. Maar ze keken niet eens naar hem, want hij was modderig, vol met plassen en heel somber.

Er groeide eens in een meertje, onder water, een heel klein, sierlijk pruimenboompje. Het leven was zo slecht nog niet. Het boompje hield van de vissen, van de golvende blauwe hemel en zelfs van de regenwolken. Maar toen het voor de eerste keer ging bloeien, nam het water al zijn bloemetjes mee. ,,Hier gaat iets niet goed”, dacht het pruimenboompje bij zichzelf en maakte op een nacht stiekem zijn mooiste bloemenkrans vast aan een voorbij zwemmende baars.

Vertaald uit het Litouws door Anita van der Molen
2013