Zeepbel

En toen spatte de zeepbel van gelukzaligheid ineens uiteen. Ik was zo tevreden geweest over mijn vertaling en nu blijkt er een storende fout ingeslopen te zijn. Al op de eerste pagina en hij is volstrekt over het hoofd gezien. Niet alleen door mij, verantwoordelijk voor de uitglijder, maar ook in de correctieronde. Ik heb me ingelaten met een valse vriend. Het Litouwse ‘pastorius’ triggerde mij om Johann Ernst Glück, de peetvader van Marta Skowrońska, als pastoor door het leven te laten gaan – maar dat was hij niet. Hij was een gerespecteerde Lutherse … dominee. De man zou zich in zijn graf omdraaien als hij wist dat hij in de Nederlandse vertaling paaps was geworden. Zijn vrouw zou mij op mijn knieën op de erwten hebben laten bidden. Er zijn lynchpartijen voor minder begonnen.

Ik kan er voorlopig niets aan veranderen. Alleen maar duimen dat er veel atheïstische lezers zijn en dat degenen die het wel opmerken het me willen vergeven en zich er niet te veel aan storen. Want zeg nu zelf: de woordcombinatie pastoor Glück ligt beter in het gehoor dan dominee Glück, toch? In elk geval wel wanneer je dit vijfenzeventig keer het hele boek door hebt gebruikt.

Hopelijk komt er snel een tweede – herziene – druk.